Het had de gehele nacht geregend. Dat resulteerde in een ontzettende blubberzooi. Het rode zand was drijfnat geworden. Dit was zo erg, dat de bus en de aanhangwagen vastzaten in de blubber. We moesten allemaal achter in de bus zitten, zodat Mark kon proberen de bus los te krijgen. Het mocht helaas niet baten.
Uiteindelijk kwam er een enorme shovel. Met een ketting probeerden ze de bus los te krijgen, maar deze brak af als een luciferhoutje. Gelukkig hadden ze ook nog een staalkabel. Na twee uur kregen ze de bus en de aanhanger uit de blubber.
Veel te laat reden we terug naar de Stuart Highway om vervolgens naar Alice Springs te rijden (ongeveer 350 km). In Alice stopten we op een heuvel, waar we een prachtig uitzicht over het stadje hadden (ongeveer 25.000 inwoners). Hier maakten we even een foto.
Daarna reden we door naar de West MacDonnel Ranges, waar we een tweetal prachtige wandelingen hebben gemaakt in Standley Chasm en in de Simson’s Gap, een kloof tussen twee bergen in.
We reden terug naar Alice Springs voor het eten en de overnachting. We konden de komende twee nachten onze tenten omruilen voor 2 prima hotelkamers met een kleine bijbetaling. Bijna de gehele groep maakten daar gebruik van.
’s Avonds aten we in "The Old Alice", waar een show was met hagedissen en slangen, Zowel Alie, Jacco en Anita kregen de slang (een python) over hun heen. Jacco en Anita kregen ook nog een schoot-leguaan.
Daarna was er nog een leuk optreden van een Australische zanger, terwijl wij o.a. kangoeroevlees zaten te eten.
Klik op de foto voor een vergroting.