We stonden om kwart voor vijf op. Wat een tijd! Gelukkig hadden we een uurtje meer geslapen, want het is in de Northern Territory een uurtje vroeger, omdat deze staat niet aan zomertijd doet.
We reden naar Watarrka (Kings Canyon). Hier kon je de “rim walk” doen, een lastige en gevaarlijke wandeling. Dit deden we 15 jaar geleden al niet, dus nu ook niet. We gaan ons niet meten met de rest van de groep, want die waren jonger dan onze kinderen. Wij trokken dus ons eigen plan. Ook wij hebben gewandeld en daarna op de groep gewacht. We hebben nog een prachtige varaan gespot.
We zijn teruggereden naar Kings Creek Station, we hebben daar geluncht en de spullen ingepakt voor de rit naar Yulara (Ayers Rock Resort). Onderweg heb ik in het roadhouse Curtin Springs (vlakbij Mount Conner) een fles “fucking good port” gekocht. Tja ik kan er ook niks aan doen, dat dit op het etiket staat.
We reden door naar het resort. We hadden de beschikking over een grote tent met de groep. Dat vertikte ik. Ik wil best in een tent slapen, maar niet met vreemde mensen. Na wat discussie kregen wij de beschikking over een eigen tent. We kregen ook een slaapzak en een swag. De swags rollen we alleen uit en leggen de slaapzak er bovenop.
We hadden aanvankelijk geen stoeltjes in de keuken, dus het wordt een staande receptie tijdens het eten dachten we. Gelukkig kwamen er stoeltjes. Dat eet toch wat gemakkelijker.
’s Avonds hebben we nog de zonsondergang bij Uluru gekeken. De foto’s zeggen genoeg. Het blijft prachtig.