Table Cape lookout
Table Cape lookout

Vandaag stond de rondrit door het Nationaal Park Cradle Mountain op het programma. We moesten overstappen in een kleinere bus, bestuurd door personeel van het Nationaal Park.

Het park ligt op een hoogte van ruim 900 meter. Onderweg zijn we uitgestapt bij Dove Lake. Je kunt rond het meer wandelen. Helaas hadden we hier geen tijd voor, dus we hebben wat rondgewandeld en foto’s genomen. De volgende stop was Weindorfers Forest genoemd naar Gustaf Weindorfer.  Deze Oostenrijker was op Tasmanië en wilde door China. Hij is echter nooit weggegaan. Hij zorgde er wel voor dar Cradle Mountain een nationaal park werd. We zijn nog door zijn huis gelopen, wat geheel uit “pinewood” bestaat. Deze houtsoort is zeer duurzaam. De stronken van omgekapte bomen rotten totaal niet weg. In dit stuk bos staan vele pijnbomen (King Billy Pines). Deze bomen kunnen wel 1000 jaar worden en komen alleen voor op Tasmanië.

stanley the nut

Na deze rondrit reden we naar de noordkust een daarna westwaarts. We stopten nog even bij de tulpenvelden (ook hier hebben ze tulpen) bij Table Cape. Er staat ook een mooie vuurtoren. De rit ging verder naar Stanley, bekend om de “Nut”. Deze rots lijkt wel een beetje op Uluru, maar is veel lager (143 meter). Er loopt ook een pad naar de top. Die ben ik voor een deel opgelopen. Ook Stanley was de moeite waard. Het is een leuk stadje.

Het was nu niet ver meer naar Smithton. Hier hebben we een overnachting in Hotel Tall Timbers. Zoals de naam al zegt, is het hotel geheel van hout gemaakt.